02 juni 2011

In de bloeiende wijngaard

Het warme weer laat ook de wijngaard ongeveer twee weken voorlopen op de normale ontwikkeling. Het betekent dat in de derde week van mei vrijwel alle druiven al in bloei staan.

De bloei is een bijzonder moment. Gedurende tien tot vijftien dagen hebben de planten fijne, kleine, witte bloemetjes. Tijdens de bloei (floraison) verspreidt de wijngaard de delicate geur van lelietjes der dalen.

Voorafgaand aan de bloei verliezen de vruchtbeginsels hun hoesjes (capuchon, foto rechts, bovenin) en krijgen ook de minuscule meeldraden buitenlucht. In de volle bloei (foto rechts, onderin) bestuift de wijnplant zichzelf, waarna de bevruchte bloemetjes uitgroeien tot piepkleine bolletjes, kaliber speldenknop (nouaison).

Die knopjes (foto onder), met het al kenmerkende uiterlijk van een druiventros, groeien dan gaandeweg juni en juli verder tot volwassen trossen.

Als tijdens de bloei een langdurige periode van regen inzet, samen met een daling van de temperatuur, kunnen de hoesjes die om de vruchtbeginselen zitten, verkleven. Daardoor kan het stuifmeel het vruchtbeginsel niet bereiken. Er ontstaan dan allerlei gaten in de tros (coulure).

Ook kunnen de weersomstandigheden de bloei en bevruchting verlengen tot een maand. Deze onregelmatige bevruchting kan ertoe leiden dat op de oogstdatum zowel superrijpe als nog niet rijpe trossen worden binnengehaald (millerandage).

Het lijkt er echter op dat de broodnodige onweersbuien die de laatste twee dagen van mei en de eerste dagen van juni over het gortdroge land ranselden vooralsnog niet tot narigheid hebben geleid op Bellevue. De boeren hier spreken van een ‘bon potentiel’ voor de wijn van jaargang 2011.